Zaterdag 15 oktober 2016 – Naar Tenganan en op bezoek naar Wayan.

15 oktober 2016 - Candidasa, Indonesië

Lieve vrienden en familie.

Het is vanmorgen een luie ochtend. Harry staat pas om acht uur op om het reisverslag bij te werken. We lopen wat achter met het versturen van de foto’s en het bijwerken ervan. De Wifi verbinding is hier onstabiel en dan duurt het erg lang met het versturen van de foto’s met het voorzien van een titel. Dus wees maar gerust, de foto’s van vrijdag komen ook nog!!! Het is onze laatste dag hier met nog een nachtje slapen. Thea staat een uurtje later op en besteld het ontbijt. Fresh fruit met pancake banana en Balinese coffee, dat we heerlijk kunnen nuttigen op ons terras met uitzicht over zee. Het is weer een zonovergoten dag. Na het ontbijt nemen we een duik in de zee om af te koelen. Wat is dit een fantastisch leven zo. We genieten nog even extra hier.

Rond 11.00 uur gaan we met de scooter naar Tenganan.

Tenganan is door zijn bouw, de rust die er heerst en door zijn inwoners een bijzonder dorp. De bewoners heten ‘Bali Aga’. Zij leven volgens oude animistische religie en beoefenen ongewone ambachten.

In het oosten van Bali ligt idyllisch tegen een helling in het tropisch regenwoud het dorp Tenganan, waar de ’Bali Aga’, de afstammelingen van de ‘oorspronkelijke Balinezen’ wonen en werken. Het dorp is langgerekt en bestaat uit een aaneenschakeling getrapte plateaus. Het verschil in hoogte en het plaveisel van keien zorgen voor een goede afwatering. De huizen zijn identiek en in het midden van het dorp zijn de openbare ruimtes. De ‘Bali Aga’ bevolkten Bali lang voor het rijk van de Majapahit in de 13e eeuw het eiland veroverde en het Hindoeïsme introduceerde. Hoewel de ‘Bali Aga’, Hindoe zijn, leven zij grotendeels nog volgens de animistische leer. In hun geheel ommuurde dorp, dat vermoedelijk uit de 11e eeuw stamt, heerst een serene rust. Auto’s en scooters mogen het dorp niet in, het meeste geluid komt van de kraaiende hanen. Tussen alles door grazen grote, vredelievende buffels. De ‘Bali Aga’ zijn zeer behoudend en als je de tv’s niet meetelt, zou je je zo 100 jaar terug in de tijd wanen. In dit Aga dorp wordt nog een oude variant van de gamelan bespeeld, de gamelan selunding tijdens de eveneens zeer oude dans, de Rejang.

Dubbel-ikat

De bewoners worden geacht alleen mensen uit het dorp zelf te trouwen. Omdat dat langzamerhand een probleem werd, zijn hier creatieve oplossingen voor bedacht. In Tenganan wordt de ingewikkelde weeftechniek gebruikt die dubbel-ikat genoemd wordt. Voorafgaand aan het weven worden de draden van schering en inslag geverfd. Dit gebeurt op een speciale manier, met natuurlijke kleurstoffen. Uiteindelijk ontstaat met de dubbel-ikat techniek een patroon met zachte overgangen. Het dorp is verder bekend vanwege de kunstige afbeeldingen op palmbladeren, de zogenaamde lontar boeken. Met een pennetje worden krasjes in de bladeren gemaakt, die daarna met een soort was van macadamianoten worden gekleurd. U kunt hier aardige souvenirs kopen met afbeeldingen van verschillende goden en theatrale figuren of een Balinese kalender. De oudste geschriften van Bali zijn allemaal lontarboeken. De inwoners maken ook fijn gevlochten manden. De bewoners van Tenganan gaan op een bewuste en duurzame manier met de natuur om. Misschien wel omdat ze zo’n grote diversiteit materialen nodig hebben voor hun rituelen en ceremonies.

Zeer indrukwekkend om hier geweest te zijn. Je waant je echt in de oudheid. Harry koopt nog een mooie sarong hier.

Daarna rijden we weer terug naar ons verblijf in Candidasa en gaan een hapje eten bij de Warung aan de overkant.

We genieten nog even op ons terras aan zee en gaan tegen kwart voor vijf naar Wayan, vriend van Harry.

Wayan woont met zijn gezin in een dorpje tegen Candidasa aan. Het is een dorpje met in het midden een parkeerruimte voor auto’s en scooters en daaromheen allemaal woonruimtes met kleine steegjes, die allemaal aan elkaar vastgeplakt zitten. We worden door een oudere man naar Wayan’s huis gebracht. Zijn woonruimte is een open ruimte met in het midden de tuin en daaromheen de slaap- en woonruimtes met een eigen tempeltje. De woonruimte is helemaal open met alleen een muur aan de achterkant. Wayan woont daar met zijn vrouw, drie kinderen en zijn ouders.

Hij heeft voor ons een heerlijke maaltijd gekookt en vertelt ons ondertussen zijn levensverhaal.

Wayan komt uit een arm gezin en woonde in een hutje in de jungle. Als jongetje van 5 jaar heeft hij op het strand fruit verkocht aan de toeristen, wat hij in de winkel meekreeg en later betaalde. Het Engels heeft hij geleerd van de toeristen op het strand. Hij heeft zichzelf op die manier weten te redden en op te werken tot wat hij nu doet en kan leven. Wayan heeft een klein busje en is gids voor de toeristen. Zijn dochters en zoon kan hij laten studeren.

Het verhaal van Wayan doet ons heel erg denken aan de kinderen op Lombok (de foto met het meisje met de armbandjes in Kuta). Deze kinderen met hun armbandjes, worden ‘s morgens op het strand gedumpt met armbandjes voor de verkoop en moeten zich de hele dag maar zien te redden zonder eten en drinken. Dit is echte armoede en kunnen wij ons niet voorstellen.

Als het donker begint te worden, gaan we weer terug naar onze bungalow en neemt Thea nog een massage. ’s Avonds zoeken we weer een bar op met livemuziek.

Het is er erg gezellig. Goede muzikanten en de zangeres heeft wel wat weg van Tina Turner met haar enthousiasme en ze zingt met haar hele lijf. Ze spreekt goed Nederlands en vertelt ons dat ze 15 jaar in Amsterdam gewoond heeft. Ze is weer terug op Bali, vanwege het klimaat. Veel te koud in Nederland, zegt ze. Nou daar kunnen we ons alles bij voorstellen.

Tegen middernacht zoeken we onze bungalow weer op en leggen ons te ruste.

Het was weer een indrukwekkende dag met veel stof om over na te denken.

Lieve groet,

Harry en Thea.

Foto’s